Pinguïns en de mensen
Iedereen is dol op pinguïns. De vogel die niet kan vliegen is de ster op het witte doek, razend populair als speelgoed en een publiekstrekker in de dierentuin. In het wild gaat het desondanks slecht met dit ruim zestig miljoen jaar oude dier. Door overbevissing, opwarming van de oceanen en verlies van leefgebied is de kans groot dat meer dan de helft van de achttien verschillende pinguïnsoorten over zestig jaar niet meer voorkomt in de vrije natuur.
Over dit pinguïndrama heeft journalist van NRC Handelsblad Marcel Haenen het boek Pinguïns en de mensen geschreven. Haenen raakte als kleuter pinguïnverslaafd en is sinds 1984 onder meer ‘redacteur pinguïns’ bij de krant. In deze familielezing vertelt hij over de ontdekking van pinguïns, die aan het eind van de vijftiende eeuw voor het eerst door Europese zeevaarders, voor de kust van Zuidelijk Afrika, worden waargenomen.
Sinds die ontdekking zijn de iconische vogels op alle mogelijke manieren gebruikt. Ze zijn beroofd van hun eieren, uitgekookt om ze tot olie te verwerken en met rodebessengelei geserveerd als kerstdis. Ook vertelt Marcel Haenen over de eerste tien pinguïns die in 1906 voor 240 gulden door Artis bij een Engelse dierenhandelaar werden aangeschaft. Het is een verhaal over onze verstandhouding met pinguïns en met de natuur in het algemeen. De pinguïn heeft nu een beschermde status. Maar wat is die waard als we zijn leefgebied vernietigen?
Adres
3015AA Rotterdam