Standdaarbuiten
Aan de belangrijke rivierarm Hollandsch Diep, die in verbinding staat met de Rijn en de Maas en een belangrijke vaarroute is van Rotterdam naar Antwerpen, ligt Willemstad. Het stadje is gebouwd in een zeekleipolder die in zestiende eeuw werd aangelegd. Deze polder kreeg de naam “Polder de Ruigenhil” en er bevinden zich nog enkele mooie kreekrestanten. De omgeving van Willemstad is uitgestrekt, met als hoogtepunt het kweldergebied de Buitengorzen. De Buitengorzen bestaan uit buitendijkse gronden, waar weilanden, deels natte ruigten, rietvelden en verwilderde grienden de boventoon voeren. In de grienden en ruigten heeft de natuur zijn gang kunnen gaan. Veel verschillende plantensoorten bloeien er weelderig, waaronder poelruit, dotterbloem, groot springzaad, bittere veldkers en heemst. Het rustige gebied is een eldorado voor vogels: de grote en kleine karekiet, bosrietzanger en rietgors broeden er graag en de grauwe gans, de kolgans, de kievit en de goudplevier keren er regelmatig terug om voedsel te zoeken. De route begint bij Profile Zevenbergen. Hier krijg je maar liefst 10 euro korting op onderhoud en reparaties wanneer je je fietsvoordeelpas toont, dus dit is een uitgelezen kans om je fiets even een kleine onderhoudsbeurt te geven voordat je vertrekt en koers zet naar de rivier voor een schitterend uitzicht over het Hollandsch Diep. Tussen Klundert en Willemstad is Fort Bovensluis gebouwd. Fort Bovensluis, dat werd aangelegd in 1861-1862, bevindt zich aan het Hollandsch Diep. Het fort moest samen met Fort de He, dat je verderop zult zien, dekking geven aan de rugzijde van Fort de Ruijter. De vesting was door natte grachten omgeven en kon via een poterne betreden worden. Binnen het fort was een kazerne gevestigd waar 188 manschappen ondergebracht konden worden. In 1953 werd het fort verkocht en vanaf toen werd het kazernegebouw gebruikt als aardappelkoelhuis. In 1965 kwam er een camping nabij het fort en tot op de dag van vandaag is het fort het schitterende middelpunt van recreatiepark Bovensluis. In het kleine plaatsje Willemstad staat het Mauritshuis (museum). Het Mauritshuis is in opdracht van graaf Johan Maurits van Nassau-Siegen gebouwd. De bouw vond plaats in de tijd dat Johan Maurits als gouverneur van de Hollandse kolonie in Brazilië verbleef. In 1644 ging hij in het huis wonen. Lang heeft hij er echt niet gewoond. Na drie jaar vertrok hij naar Kleef, waar hij tot stadhouder was benoemd. Na zijn vertrek heeft het huis verschillende functies gehad. In begin van de negentiende eeuw is het in gebruik genomen als museum. Op minder dan een kilometer afstand van het museum staat ook d Orangemolen, een ronde stenen korenmolen die in 1734 op deze plek werd gebouwd om een standerdmolen te vervangen. Deze voorganger werd in 1584 ergens anders in Willemstad gebouwd en in 1589 naar deze plek gebracht. De molen was tot 2008 nog soms in bedrijf, maar door problemen met het lager van de koningsspil moest de molen stilgezet worden. Tegenwoordig wordt de molen bewoond. Op weg en vanaf de volgende bezienswaardigheid kan je de vele windturbines van Windpark Hellegatsplein zien staan. De hoge bouwwerken torenen hoog uit boven het water. De aanblik van zoveel technisch vernuft bij elkaar zal ongetwijfeld op je netvlies gebrand staan. Tenslotte kom je bij Fort De Hel, dat deel uit van de Stelling van het Hollandsch Diep en het Volkerak. De Fransen bouwden het fort in 1811 en noemden het toen “l’Enfer”. Het fort was bedoeld om rugdekking te verlenen aan het fort Sabina Henrica, dat in de buurt opgetrokken is. Na het vertrek van de Fransen kreeg ook dit fort een Nederlandse naam: De Hel. In de Tweede Wereldoorlog werd het fort door de Duitsers bezet. In 1988 is het fort tot monument verklaard.