Brugge

Deze route brengt je bij de Brugse reien, waar de toeristenbootjes varen. Je fietst tot aan het havengebied van Brugge. Hier begint het Boudewijnkanaal, dat Brugge verbindt met zijn zeehaven, Zeebrugge. Dan vervolg je je weg richting de kust. Tussen Zuienkerke en Uitkerke fiets je door Natuurreservaat de Uitkerkse Polders, het grootste natuurgebied van West-Vlaanderen. Je vindt er weilanden met drinkpoelen, vele grachten en fraaie rietkragen. Het is het belangrijkste weidevogelgebied van Vlaanderen. In de lente leven er honderden baltsende weidevogels als de grutto, kievit, kluut, tureluur en scholekster. 's Winters vinden de grauwe gans, kleine rietgans en kolgans er hun vaste stek. Het is een landschap met laaggelegen zilte graslanden - waar brak water aan de oppervlakte opborrelt – en hoger gelegen vette graslanden: de ingrediënten voor een uniek ecosysteem met bijzondere planten en dieren. Blankenberge was van oorsprong een vissersdorp waar ook het loodswezen belangrijk was. In de 19e eeuw werd het door de komst van het Engelse toerisme een badplaats. In 1838 verschenen er badcabines op het strand. Er kwam een houten zeedijk, hotels en een spoorlijn naar Heist en Brugge. Nu is Blankenberge een van de belangrijkste badplaatsen aan de Belgische kust, met als blikvanger de 350 meter lange pier van Blankenberge, uit 1933. De badplaats Wenduine wordt ook wel de 'Prinses der Badsteden' genoemd. Het middeleeuwse Wenduine was een vissersdorp en bleef dat tot de komst van de kusttram in de 20e eeuw. Het is een van de weinige Belgische kustgemeenten met een duingebied. Bij badplaats De Haan keer je weer landinwaarts om terug te keren naar je startpunt in Brugge.