Westelijk Zeeland
In het westelijke deel van Zeeland ligt een schiereiland waar je kunt genieten van de weidsheid van de provincie, terwijl je door het landschap fietst. Je ziet de Noordzee, de Westerschelde en het Veerse Meer liggen. Er tekent zich een scherp contrast af tussen de openheid van de jonge polders en de bruisende plaatsjes die je onderweg aandoet. Je kunt gratis je auto parkeren bij het startpunt in het noordelijke deel van Midden-Zeeland: Noord-Beveland. Het voormalige eiland is met drie dammen en een brug verbonden aan het vasteland. In het verleden had het eiland te kampen met veel overstromingen. Na een grote stormvloed werden in 1014 de eerste dijken aangelegd. Ook werden terpen verhoogd. Na nog een stormvloed in 1134, werd heel Noord-Beveland omdijkt, maar het mocht niet baten: in 1134 stuwden stormwinden het water zo hoog op dat heel het eiland overspoeld werd. In 1598 werden de dorpen Colijnsplaat en Kats aangelegd en in de volgende eeuw ontstond ook Wissenkerke. Daarna ging de inpoldering snel: in 1684 was heel Noord-Beveland ontgonnen. Tijdens de Watersnoodramp (1953) voltrok zich wat bekend staat als ‘het wonder van Colijnsplaat’: een dijkdoorbraak werd hier op het nippertje voorkomen.
