Noordzeekust

Tijdens je rondje van Hellevoetsluis naar Oostvoorne kom je door een prachtig bosrijk gebied. Het relatief jonge Annabos werd rond 1980. Populaire bomen waren wilgen, eiken, essen en elzen, die je dan ook veelvuldig terugziet in dit bos. Vogels bouwen hun nesten in de toppen van de bomen en fluiten het hoogste lied op de takken, terwijl buizerds jacht maken op de kleinere zoogdieren en bonte spechten je fietstocht begeleiden met een gezellig geroffel op de boomstammen. Je kijkt aan de rand van het bos uit over een uitgestrekte weide. Lepelaars en kleine zilverreigers weten het grazige land te vinden, omdat zij hier hun voedsel zoeken.

Fietsend langs de oevers van het Oostvoornse meer kun je uitkijken over een industriegebied dat zijn weerga niet kent. De petrochemische industrie blaast hier indrukwekkende rookwolken de lucht in. Het Oostvoornse meer ontstond toen het Brielse Gat in 1966 werd aangelegd, dat een afscheiding met de Noordzee veroorzaakte. Hoewel er niet veel vissen in het meer leven, kun je er wel de driedoornige stekelbaars, de paling, de tarbot, dikkopjes, donderpadden, puitaal, kokkels, strandgapers, forellensoorten en haring vinden. Wie er een kijkje onder water gaat nemen, zal er scheepswrakken tegenkomen, want het Oostvoorne meer is door een zandbank die er vroeger lag een waar scheepskerkhof.

Bezoekerscentrum Tellenaplas is een leuke locatie om even van de fiets te stappen. Het centrum is vernoemd naar een plantje dat middenin het duingebied van Voorne groeit: de Anagallis tellena. Je kunt in het bezoekerscentrum een tentoonstelling bekijken over het ontstaan van de duinen en de flora en fauna die er te vinden zijn.