Giethoornse bruggetjes

Giethoorn staat bekend als het Venetië van het Noorden. Met zijn vele bruggetjes en waterwegen is dit pittoreske waterdorp een belevenis op zich. Om de turf te vervoeren, groef men hier vaarten en sloten. Zo ontstonden kleine eilandjes, waarop huizen werden gebouwd die alleen via bruggetjes te bereiken zijn. In Giethoorn staan dan ook tientallen karakteristieke rijksmonumenten. De enige doorgaande verbinding over land is een fiets- en wandelpad dat dwars door het dorp loopt. Veel verkeer vindt plaats over het water, via zogenoemde punters die – net als de gondels in Venetië – worden voortbewogen met een punterboom.

Ook de omgeving van Giethoorn is meer dan moeite waard. Je rijdt door de prachtige natuur van De Wieden dat deel uitmaakt van Nationaal Park Weerribben-Wieden. Dit waterrijke natuurgebied in de Kop van Overijssel is een oase van ruimte en rust. Je ziet hier plassen en sloten, uitgestrekte rietlanden, hooilanden vol bloemen en dichtbegroeide moerasbossen. Hoe ongerept het landschap ook oogt, De Wieden is een cultuurlandschap. Vanaf de vijftiende eeuw werd hier veen gebaggerd dat te drogen werd gelegd op smalle legakkers, zodat het turf als brandstof gebruikt kon worden.

In oude ontginningsdorpjes als Nijeveense Bovenboer, Nijeveen en Kolderveen zie je nog fraaie oude boerderijen staan. In Meppel kom je langs de markante watertoren uit 1883. De toren heeft een hoogte van bijna 40 meter en een waterreservoir van 230 kubieke meter. Zwartsluis is een pittoresk dorpje dat op het punt ligt waar het Zwarte Water en het Meppelerdiep samenkomen. Het plaatsje was ooit de doorvoerhaven voor het transport van Drentse turf naar Holland.