Etten-Leur

Tussen de polders van Etten-Leur, ten westen van Breda, kan je ver uitkijken over de weilanden. Etten-Leur is in 1968 ontstaan uit de lintdorpen Etten en Leur, die aan elkaar vastgegroeid raakten. Het waren in die tijd de enige woonkernen in de gemeente en zijn om die reden samengevoegd. Buiten de bebouwde kom rijd je tussen de akkers en de velden, langs stroompjes en kleine waterloopjes. Je steekt ook rivier de Mark over. De route leidt je naar de Zwartenbergse molen, een ronde stenen grondzeiler uit 1889 die een afgebrande molen uit 1721 verving. Ter vervanging wilde men eigenlijk een stoomgemaal bouwen, maar doordat de verzekeringsuitkering gunstiger zou zijn bij de bouw van een windmolen, werd de poldermolen neergezet. Tegenwoordig bemaalt de Zwartenbergse molen de polder op vrijwillige basis en kan maximaal 80 kubieke meter water per minuut verplaatsen. Wie dat wil zien en meer wil weten over de molen, kan een afspraak maken of de molen op de 1e en 3e zaterdag van de maand bezoeken. De Mariakapel die je bijna vier kilometer verderop ziet staan, is één van de vier Mariakapelletjes in Etten-Leur. De kapel werd in 1934 gebouwd in opdracht de familie Raaijmakers en in mei van dat jaar werd de kapel nog plechtig ingezegend. Het hardstenen reliëf, dat Maria met haar kind voorstelt, is gemaakt door de heer Raaijmakers zelf. Toen er een fietspad werd aangelegd, verhuisde de kapel in 1988 naar de huidige locatie. Je doorkruist het hart van het relatief jonge Etten-Leur. Als laatste stop, nog voordat de oevers van de rivier Mark in zicht komen en je het water oversteekt, staat molen De Toekomst op de route. De ronde stenen beltmolen werd gebruikt om graan mee te malen. Het gebouw stamt uit 1862. In 1968-1969 werd de inmiddels stilstaande gerestaureerd maar eind 2007 werd de molen stilgezet vanwege de slechte staat van de fokken. Inmiddels is de molen weer maalvaardig.