Didam
Ten noordwesten van Doetinchem vind je een bosgebied met rivierduinen en vennen: de Kruisbergse bossen. Aardkundig gezien is dit een waardevol gebied, omdat het zeer gaaf en zeldzaam is. Ook is het bijzonder dat er zo veel hoogteverschillen zijn. Naald- en loofbos, vennen, akkers en houtwallen… je vindt het hier allemaal. Rivieren en beekdalen brengen de nodige variatie aan en de bossen worden omringd door weides waar de grassen wuiven in de wind en akkerlanden waar boeren zwoegen op hun oogst. Een groot deel van de Kruisbergse bossen behoort tot het middeleeuwse Landgoed Hagen, maar ooit bivakkeerden tussen de bomen nog Romeinen. Je parkeert je auto gratis bij TOP Laag Keppel, waar de Follega Molen en de watermolen Laag-Keppel, behorende bij Kasteel Keppel, op een paar honderd meter gebouwd zijn. De Follega Molen is een spinnenkop, die zich kenmerkt doordat het een kleine molen is waarmee kleine polders worden bemalen, werd in 1857 gebouwd. De Follega molen is de enige windmolen in Nederland die wordt gebruikt om een watermolen aan te drijven. Het is de watermolen van Laag-Keppel die de Follega Molen aandrijft. Deze watermolen maalt op de Oude IJssel en werd in de negentiende eeuw gebouwd. Tot 1945 maalde de onderslag watermolen graan en daarna werd er een elektromotor in geplaatst om de molen aan te drijven. Toen de Oude IJssel werd gekanaliseerd, was de waterkracht namelijk niet groot genoeg om de molen van genoeg kracht te voorzien. Later werd Follega molen geïnstalleerd, om de waterstand te reguleren en zo de watermolen op de oude manier te laten draaien. Hoewel dat wel lukt, is de capaciteit van de Follega molen niet groot genoeg om de watermolen van Laag-Keppel optimaal te laten functioneren. Tenslotte kun je in Laag-Keppel ook het kasteel Keppel bezoeken. Het imposante gebouw staat op een eiland dat tussen twee takken van de Oude IJssel in ligt. In de dertiende eeuw werd rondom een donjon een kasteel gebouwd. Er werd veel gestreden rond het kasteel en krijgshandelingen verwoestten het middeleeuwse slot in 1582. Het huidige pand verrees vanaf 1612 op de fundamenten van het oude kasteel. In het midden van de achttiende eeuw werd het complex aan de achterzijde verder uitgebreid. Het kasteel is nooit verkocht, de eigenaars die het bewonen zijn afstammelingen van de eerste bouwheer. Op afspraak mag je echter wel het kasteel, inclusief indrukwekkend park en oude huisraad, komen bezichtigen. Na ruim 22 kilometer fietsen ben je waarschijnlijk wel toe aan een verkwikkend drankje. Wanneer je voldoende bent uitgerust fiets je naar landgoed Bingerden. Het is één van de oudste bewaarde buitenplaatsen van Nederland; in 970 wordt Bingerden al voor het eerst beschreven als een versterkte boerderij met gracht. Het landgoed wordt gekenmerkt door een achttiende-eeuwse landschapspark dat is aangelegd in de Engelse stijl. Daarnaast bestaat het landgoed uit uitgebreide tuinen, waaronder ook een moestuin. Het huis op het landgoed werd in 1958 nadat het in de Tweede Wereldoorlog door terugtrekkende Duitse troepen in brand werd gestoken. Ook de volgende bezienswaardigheid op de route, Bernadette in Nieuw-Wehl, is een molen. De grondzeiler uit 1861 bestond uit een molen en een boerderij, welke ook fungeerde als bakkerij en winkel. Naast de molen staat een loods waar een elektrische maalstoel voor tarwemeel staat gestald. De molen is twee keer gerestaureerd, in 1965 en in 1998. Opmerkelijk en bijzonder aan deze, vrij kleine grondzeiler, is dat er drie toegangsdeuren zijn.