Beauvoorde en Diksmuide

Diksmuide is een stad die bekend staat als de “Boterstad”. Een bloeiende zuivelhandel was eeuwenlang één van de belangrijkste welvaartspijlers van Diksmuide en de gemeente heeft vooral een agrarisch karakter. Diksmuide verwierf pas echt bekendheid tijdens hun strategische bijdrage tijdens de Eerste Wereldoorlog. Diksmuide vocht hard mee aan de Slag om de IJzer. Een berucht loopgravencomplex is de Dodengang, die één van de gevaarlijkste stellingen van het Belgische leger was. De IJzertoren, die na de oorlog werd gebouwd, eerst de gevallen Vlaamse soldaten en dient als vredemonument.

Bijzonder is het pittoreske Begijnhof van Diksmuide, dat sinds de dertiende eeuw bestaat. De begijntjes verdienden vroeger de kost met het wassen, bleken en bewerken van wol, laken en linnen, met het kantklossen en met het verzorgen van zieken. In 1914 verdwenen de oorspronkelijke bewoners en had de Begijnhof veel te lijden onder de Eerste Wereldoorlog. Later werd het hofje opnieuw opgebouwd en sinds 1990 heeft het Begijnhof een sociale rol: semi-zelfstandig wonen er volwassen met een verstandelijke handicap.

Onderweg kun je Kasteel Beauvoorde gaan bekijken. Dit waterkasteel stond er al in 1408. In 1584 staken de Geuzen het kasteel in brand, waardoor het in 16717 herbouwd werd. Toen dit in verval was geraakt werd het gebouw in 1875 gered van totale afbraak. Jonkheer Arthur Merghelynck, die het pand liet restaureren, liet er ook een Frans-Engelse tuin bij aanleggen. Na zijn overlijden wees hij Kasteel Beauvoorde toe aan de Staat. Anno 2014 is het kasteel te bezoeken, net als de erfgoedwinkel en het bezoekerscentrum in het pand. In de zomer worden en een expositie en andere culturele activiteiten georganiseerd.